Voys pronto estará activo en España. ¿Tiene alguna pregunta? Póngase en contacto con nosotros.
Lees je Marks verhalen graag? Meld je dan nu aan voor zijn maandelijkse nieuwsbrief vol verhalen die jou en je onderneming helpen groeien.
“AI gaat de mens vervangen”, is een populaire kop die je de afgelopen maanden vaak voorbij zag komen. Is dat echt zo en moet je vrezen voor je baan? Het korte antwoord op die vragen is: nee. In dit stuk leg ik je uit waarom.
In mijn eerste blog van deze driedelige serie heb ik het gehad over productiviteit en AI, met de conclusie dat AI ons naar een tijdperk van enorme productiviteitsgroei zou kunnen leiden. En dat is mogelijk, voor ongeveer 20 tot 25 procent van de beroepsbevolking. Dat zijn in totaal zo’n één miljard mensen. Voor de overige 75 tot 80 procent van de mensen heeft werk een belangrijke fysieke component. Denk aan verpleegkundigen, timmerlieden, taxichauffeurs en kassabedienden. Ja, ook dit werk zal veranderen door AI-innovatie, digitalisering en robotisering. Maar niet in een ongekend hoog tempo.
Werk verandert door de jaren heen en dat is oké. We hebben geen mensen meer die de kegels op een bowlingbaan weer netjes op hun plek zetten en mensen die handmatig telefoontjes aan de juiste persoon verbinden. En ook het werk van VCR-reparateurs is verdwenen. Anno 2023 hebben we robots, cloud-telefoniesystemen en Netflix. Toch zitten we nog steeds op een wereldwijd record van het aantal mensen dat deel uitmaakt van de beroepsbevolking.
Ongeveer 80 procent van de banen die 100 jaar geleden bestonden, bestaan nu niet meer. En de wereld is er daarmee op vooruitgegaan.
In het verleden hebben we een enorme groei in productiviteit gezien, vooral tussen 1870 en 1970. Die groei leidde alleen niet tot minder werk. En als we naar de cijfers kijken, zijn er meer mensen op de arbeidsmarkt dan ooit tevoren. Wel zijn we minder uren gaan werken, dat vind ik een goede zaak. Misschien is tijd om die trend voort te zetten.
Eerder zagen we al dat digitalisering een stijging in productiviteit beloofde. Maar sinds 1970 zien we vooral lineaire productiviteitsgroei, geen exponentiële verandering. Dat kan deels komen doordat we tweeënhalf uur per dag besteden aan social media op een apparaat dat gebouwd is voor afleiding, niet voor productiviteit. Dit toont vooral aan hoe belangrijk gedrag is bij het gebruiken van digitale technologie.
Slechts 30 procent van de kenniswerkers kan effectief typen met alle tien vingers. Veel kenniswerkers gebruiken geen ctrl+c en ctrl+v, of de Apple-variant daarvan. Mensen maken nog steeds documenten met tools als Word die een typemachine voorstellen, een apparaat dat in de jaren 70 geleidelijk zou worden afgeschaft. En we leiden nog steeds bedrijven zoals we dat hebben geleerd van Peter Drucker. Dat werkte geweldig in de fabriek, maar vertaalt zich niet goed naar kenniswerk. Iets wat hij zelf overigens ook aangaf.
We zijn gewoon slecht in het leren gebruiken van nieuwe apparaten en het aanleren van nieuwe vaardigheden als dat niet van ons gevraagd wordt. En ik zie AI daar niet snel verandering in brengen.
Ben je een kenniswerker? Dan zijn er enorme voordelen te behalen als je moderne digitale hulpmiddelen leert gebruiken. Ik overdrijf niet als ik zeg dat deze tools je wel 25 tot 45 procent productiever kunnen maken. Wil je productiever worden of wil je dat je organisatie dat wordt? Besteed dan aandacht aan digitale fitheid, ik beloof je dat dat een van de beste investeringen is die je kunt doen.
Het is belangrijk dat productiviteitswinst niet alleen naar de aandeelhouders gaat. Als een bedrijf tijd en geld investeert en de collega’s effectiever gaan werken, moeten de voordelen gedeeld worden. Een vierdaagse werkweek lijkt in eerste instantie misschien ambitieus, maar een paar uur minder werken kan een goed begin zijn als de hele organisatie bereid is om zich aan te passen.
Het is goed om te beseffen dat je niet geïsoleerd op een eilandje werkt: zowel jij als je organisatie zijn onderdeel van de maatschappij. Omdat we weten dat werk verandert, is het omscholen van mensen een mooie manier om de maatschappelijke impact en technologische innovatie zo groot mogelijk te maken. Digitale fitheid zou onderdeel moeten zijn van het omscholingsprogramma.
Als we de volgende generatie digitale hulpmiddelen ontwikkelen, is het niet alleen goed dat mensen leren hoe ze die kunnen gebruiken. Het is ook belangrijk om te kijken naar het soort technologie dat we ontwikkelen. Ja, we kunnen dingen creëren die menselijke arbeidskrachten vervangen, maar de geschiedenis toont aan dat dit ervoor zorgt dat de lonen omlaag gaan. In plaats van menselijke vaardigheden kopiëren, zouden de hulpmiddelen zich beter kunnen richten op het verbeteren van menselijke arbeid. Dit vermindert de ongelijkheid en is een veel betere uitkomst voor de samenleving.
Ik hoop heel erg dat ik ernaast zit. Ik hoop dat AI en andere technische revoluties onze hele beroepsbevolking veel productiever gaan maken. Nu die beroepsbevolking vergrijst en daardoor kleiner wordt, is dat ook hard nodig. Wellicht zullen we dan wel met nieuwe tools moeten leren werken en nieuwe vaardigheden moeten aanleren. En we kunnen ‘kansen omarmen’ bijvoorbeeld een vak op school maken. Zo wordt veranderen misschien wel een werkwoord dat we standaard kunnen omarmen.
Dit stuk is onderdeel van een blogserie over AI, de andere verhalen lees je via de links hieronder:
On our blog we post about a lot of stuff, just go for it and read some posts for your own fun.
Go to the blogfrom 21 junio 2024
from 20 junio 2024